Samenvatting
Over krijgsgevangenschap in de vroegmoderne tijd is maar heel weinig geschreven. We weten in grote lijnen hoe staten geleidelijk het hele militaire domein monopoliseerden en hoe het militair recht zich ontwikkelde, maar over hoe de vele duizenden militairen hun gevangenschap trachtten te doorstaan en hoe hun familieleden met hun afwezigheid omgingen, is maar weinig bekend. Deze menselijke dimensie van de Engels-Nederlandse oorlogen van de zeventiende eeuw wordt door Gijs Rommelse vanuit een multidimensionaal perspectief onderzocht. De Republiek beschikte over voldoende financiƫle middelen om de Engelse krijgsgevangenen in ieder geval het bestaansminimum te bieden. De Nederlandse krijgsgevangenen in Engeland hadden het echter zwaar te verduren vanwege het tekortschieten van de Engelse staatsfinanciƫn. Honger en ziekte hadden vrij spel. Rommelse gaat niet alleen in op de rol van overheden, maar laat ook zien op welke manieren gevangenen probeerden te overleven, te ontsnappen of een uitwisseling te bewerkstelligen.