Fragment
Al sinds mei 1946 vloog de KLM van Schiphol naar New York, maar een directe vlucht was het nog lang niet: er werd onderweg een tussenstop gemaakt in Schotland en op Newfoundland. Het eindpunt van de reis was het internationale vliegveld in New York, dat na de moord op president John F. Kennedy in 1963 naar hem vernoemd zou worden. Daar arriveerde de ‘Tilburg’ op 4 januari 1951; de reis had een volle dag geduurd.
Ad en Henk hadden de instructie gekregen om zich na aankomst in New York te melden op 315 4th Avenue. Het was te ver om nog helemaal naar Elmira te reizen, ruim 400 kilometer verder. Hun tijdelijke onderkomen in New York bleek het luxe Waldorf Astoria Hotel te zijn, waar verschillende Amerikaanse presidenten, de Engelse premier Churchill en allerlei andere hoogwaardigheidsbekleders en beroemdheden kind aan huis waren. Dat hadden de Amerikaanse Remington-collega’s alvast goed geregeld.
In Elmira werd er ook goed voor Ad en Henk gezorgd. Ze kregen een host toegewezen in de persoon van Bill Goodno, die de Nederlandse bezoekers wegwijs maakte in de stad en hen de fabriek liet zien. Het was een gigantische hal, waarin met grote machines alle aparte onderdelen geproduceerd werden. Aan lange tafels werden daar vervolgens typmachines van gemaakt door een heel leger aan Remington-medewerkers. Aan weer andere lange tafels werden de geproduceerde typmachines getest, om te zien of alles voldeed aan de eisen van de klant. Niet voor niets hing er een groot bord aan het plafond met daarop ‘Quality first’. Ad en Henk konden er veel leren, maar genoten vooral van alles wat er buiten de fabriek te zien was in dat prachtige, moderne Amerika.
×