Samenvatting
In Waarom zijn er zoveel soorten? verbaast bioloog Menno Schilthuizen zich over de enorme soortenrijkdom van al wat leeft, te beginnen bij zijn eigen achtertuin. Als hij de biodiversiteit in zijn tuin precies zou kennen, hoeveel zou die dan verschillen van die in de tuin van de buurvrouw? En als hij alle soorten zou tellen, springend over het ene tuinhek na het andere, hoe snel zou de soortenlijst dan groeien? Waarom is die diversiteit zo groot? En waar houdt het op? Schilthuizen neemt ons mee naar grotten, oerwouden en koraalriffen om die vragen te beantwoorden. Hij bezoekt laboratoria en proefvelden van bekende en minder bekende ecologen en laat de lezer kennismaken met klassieke en moderne theorieën. Waarom zijn er zoveel soorten? duikt in complexe ecosystemen en laat op toegankelijke wijze zien hoe alles met elkaar verbonden is en hoe kwetsbaar die verbindingen zijn.