Samenvatting
Een vloeibaar leven is een leven dat geleefd wordt in omstandigheden van voortdurende onzekerheid. Dat leven, anno nu, speelt zich af in een samenleving die Zygmunt Bauman vloeibaar modern noemt. In een dergelijke samenleving veranderen de omstandigheden waarin mensen leven dusdanig snel dat ze niet eens de kans hebben enige vastheid te verwerven en tot gewoonte of routine te worden. Een vloeibaar leven is bovendien ook een leven dat door en door op consumptie gericht is. Zowat alles in onze omgeving, of dat nu van materiële of spirituele aard is, kan dienen als voorwerp van consumptie. En eigenlijk zien we onszelf ook zo, meent Bauman: het vloeibare leven voedt zichzelf met een voortdurend knagend gevoel van onvoldaan zijn en van ontevredenheid met en over zichzelf. Het vloeibare leven staat diametraal tegenover wat Bauman als moderniteit beschouwt: een visie op mens en wereld die vertrekt van vaste, uniforme en universele regels, waarden en normen. Zowel voor de periode van moderniteit als voor die van post- en vloeibare moderniteit heeft Bauman altijd de vraag gesteld naar de omgang met wat ons vreemd is en met de ander als vreemdeling. Zijn denken waarschuwt ons voortdurend voor vormen van uitsluiting en marginalisering. Cultuurfilosoof en hoogleraar Marc Van den Bossche probeert in dit boek te tonen dat al dat schijnbaar onheilspellende ook een positieve kracht in zich draagt. De kritiek van Bauman leidt niet tot fatalisme of doemdenkerij, maar draagt een krachtig appel in zich. Bauman toont ons dat de manier waarop we leven slechts één mogelijkheid is naast andere. Van den Bossche besluit zijn boek dan ook met een pleidooi voor een andere moraliteit in het omgaan met de vreemdeling, voor verbeelding en voor een doorleefde dialoog met de kunst als inspiratiebron.