Samenvatting
De zeventienjarige Lina verhuist met haar moeder naar een struisvogelboerderij in Zuid-Afrika. Ze leeft er in alle luxe, maar verveelt er zich dood. Als het noodlot toeslaat, beslist ze om alleen naar België terug te keren. Maar daarvoor moet ze eerst op het vliegveld komen, en aan geld om het vliegticket te betalen. Ze pakt een fiets en begint te trappen, haar vrijheid tegemoet. Zo begint haar ontdekkingstocht door een onbekend land. Het wordt een zware en eenzame tocht, maar ze ontmoet ook verschillende mensen: witmense, swartmense, kleurling. Allemaal doen ze op een of andere manier haar vertrouwen groeien, openen ze haar ogen en zorgen ze ervoor dat de puzzelstukjes in haar hoofd langzaam in elkaar vallen. En uiteindelijk komt ze thuis, sneller dan verwacht. En sterker.