Samenvatting
Op 25 september1858 ging de jonge (nog net 21 jaar) Jacobus Anthonie Meessen op reis naar Nederlands-Indië. Met een zeilschip, de Jason. Hij ging daarheen, omdat hij een aanstelling had gekregen als timmerman bij Waterstaat aldaar. Van de reis, die tot 6 januari 1859 duurde, doet hij uitvoerig verslag. Daarna is het nog afwachten, waar hij geplaatst zal worden - hierbij moet bedacht worden, dat Waterstaat in Nederlands-Indië nog maar kort geleden was opgetuigd - maar ondertussen kijkt hij in Batavia goed uit zijn ogen. Ook krijgt hij enkele taken toegewezen. Vervolgens wordt hij naar diverse standplaatsen gestuurd. Van zijn werkzaamheden, maar vooral van zijn overige belevenissen (bezoeken aan regenten, vorsten etc.) doet hij vrij uitvoerig verslag. Hij valt in de smaak van zijn superieuren, wat hem een voor die tijd goed inkomen verschaft: 120 gulden per maand is niet niks, zeker als je daarbij de prijzen die hij zo nu en dan noemt in ogenschouw neemt. Slechts 1 voorbeeld: hij kan een huis kopen voor 30 gulden. Kom daar nu eens om! Na deze periode van 4 jaar - hij vertrekt op 1 mei 1862 van Semarang (toen nog Samarang geheten) via Batavia naar Nederland.