Samenvatting
Harem en fitna: tussen die twee uitersten lijkt het beeld dat de meeste Nederlanders van de islam en van moslims hebben zich te bewegen. De tijd dat gastarbeiders hier verwelkomd werden om 'het vuile werk' te doen en dat zij vooral als arme, uitgebuite sloebers werden gezien, en niet als moslims, ligt feitelijk niet ver achter ons, maar lijkt eeuwen geleden. Sinds de bijna idyllische jaren zeventig, toen de droom van een maakbare, multiculturele samenleving hoogtij vierde, is de wereld onherkenbaar veranderd. Het communisme is ingestort, de islam heeft definitief een plaats gekregen in de westerse wereld, de multiculturele samenleving is 'mislukt', en ook het rustige Nederland heeft, zo zegt men, na een aantal politieke moorden zijn onschuld verloren. En de populistische politicus Geert Wilders suggereert dat er een islamitisch spook door Europa waart. De islam is niet meer ver van ons bed, zoals vroeger voor de poorten van Wenen of in verre kolonies, maar bevindt zich in het hart van Europa. Velen voelen zich bedreigd, zijn bevreesd voor aanslagen of de invoering van de sjaria en storen zich aan de hoofddoeken in het straatbeeld. Opmerkelijk is dat 'beelden' over de islam uit het verleden een belangrijke rol spelen, zo laat dit nieuwe boek Van harem tot fitna zien. In de loop van de eeuwen heeft de islam in de Nederlandse beeldvorming allerlei gedaanten aangenomen; er is sprake geweest van duivels heidendom, ketterse religie, achterlijke moslims, een zinnelijke profeet, maar ook van 'sporen van goddelijk licht' en 'kinderen van Abraham', met wie een dialoog tot stand moet komen of die zich zelfs via een eigen zuil moeten emanciperen. Zo is er ook een traditie van een exotische en erotische verbeelding van de islam geweest, geïnspireerd door Duizend-en-één-nacht: viriele Arabieren, romantische soeks en verleidelijke haremvrouwen. Vanaf de jaren '90 zien we een nieuw, angstaanjagend beeld van de islam opdoemen. Een politiek anti-islamisme ontvouwt zich, dat waarschuwt voor een islamisering van Nederland en de islam aanduidt als fascisme. Een nieuwe nationale 'identiteit' wordt geconstrueerd. Islamitische Nederlanders vallen buiten deze nieuwe nationale identiteit. Zij worden tot 'vreemden' gestileerd. In 'Van harem tot fitna', dat de periode van 1848 tot 2010 beslaat, wordt deze hele complexe geschiedenis in kaart gebracht. Nauwgezet en gedetailleerd analyseren de auteurs de beeldvorming over de islam zoals die zich in anderhalve eeuw in diverse kringen (katholieken, protestanten, humanisten, liberalen) heeft ontwikkeld. Welke beelden bestaan er in Nederland over de islam? Wanneer zijn ze ontstaan; welke beelden zijn juist verdwenen? En welke beelden worden gerecycled? En wat zeggen de beelden over de strijd van oude en nieuwe Nederlanders om te komen tot een nieuwe identiteit in een snel veranderende samenleving?