Samenvatting
De kleine prins is groot geworden. Erg groot zelfs. Le petit prince van Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944) is het meest vertaalde moderne boek op aarde. Het wordt gelezen van Sint Annaparochie (De kleine prins) tot Johannesburg (Encose Inkana). Overal zijn straten en scholen naar de schrijver vernoemd, op de raarste plekken over de hele wereld vind je standbeeldjes van de kleine prins. Maar wie weet nog dat De Saint-Exupéry al in 1939, drie jaar vóór hij De kleine prins schreef, wereldberoemd was? Dat hij lunchte met Salvador Dalí, ruzie maakte met Charles de Gaulle en goed bevriend was met Charles Lindbergh? Dat in 1936 het nieuws van zijn vermissing en redding in de Sahara vier dagen lang voorpaginanieuws was? Tot in De Nieuwe Tilburgse Courant? Uit de lucht gevallen is het levensverhaal van het ongrijpbare en ontroerende boek De kleine prins. Het werk is kundig vermomd als een zoet geïllustreerd, helder geschreven kinderboek. Maar vanaf de eerste bladzijden verraden zich frustratie, eenzaamheid, ontheemding en pijn. De monsters die De Saint-Exupéry een leven lang begeleid- den en hem – ondanks zijn roem – tijdens zijn New Yorkse oorlogsballingschap dreigden te vermorzelen. De geschiedenis van dit literaire wonderkind wordt hier voor het eerst compleet uit de doeken gedaan. Vergezeld van foto’s en documenten, met onbekende schetsen en tekeningen van de man die zijn kleine prins zelf illustreerde en mede daardoor onsterfelijk maakte. Uit de lucht gevallen draait om één grote vraag: waarom is juist dit ongrijpbare verhaal uit 1942 zo immens populair geworden in totaal verschillende culturen? Dat raadsel houdt Erik van Muiswinkel al jaren bezig. Misschien lukt het hem het op te lossen.