Samenvatting
Een magistraal boek over het onzichtbare, innerlijke leraar-leerlingproces! Elke spirituele traditie steunt op transmissie, de overdracht van leraar op leerling. Maar wat gebeurt er precies? Wat is het geestelement dat leraar en leerling uitwisselen, van hart tot hart? De veelzijdigheid van dit spirituele proces wordt door Nico Tydeman geïllustreerd met een rijkdom aan historisch en zeer persoonlijk materiaal. Deel één beschrijft de geschiedenis van de spiritualiteit aan de hand van leermeesters als Socrates, Jezus, Boeddha, Teresa van Avila, Zarathoestra, in hun leerlingfase en hun positie als leraar. Deze historische transmissies bieden inspirerende mystagogische modellen. In deel twee schetst Tydeman het actuele leraarschap, de omgang met zijn eigen leraar, hun gesprekken, crisismomenten, verwijdering en onwankelbare erkenning. Met intense reflecties op de kern van spiritueel onderricht; de leraar als goeroe, mystagoog en spirituele vriend; het centrale belang van wederzijdse transcendentie van leraar en leerling; en tot slot een vurig pleidooi voor de mystiek als werkelijke toekomst van de religie. 'De leerling volgt de leraar om de meester in zichzelf te ontdekken'