Samenvatting
Wittgenstein zet in de Tractatus zijn ideeën over taal, denken en de werkelijkheid uiteen. Het boek geldt nog steeds als een van de belangrijkste filosofische werken.
In de Tractatus logico-philosophicus (1921) schrijft Ludwig Wittgenstein dat hij alle wijsgerige problemen heeft opgelost. Zo boud als deze bewering is, zo kort is de verhandeling zelf, die louter uit genummerde stellingen bestaat. Bondig en stellig is ook de stijl waarin Wittgenstein zijn fundamentele ideeën over taal, denken en de werkelijkheid uiteenzet. Het boek werd bij publicatie direct als klassieker herkend en geldt nog steeds als een van de belangrijkste filosofische werken. De gloednieuwe vertaling van Peter Huijzer en Jan Sietsma is gebaseerd op de kritische editie en staat naast de Duitse tekst. De inleiding is geschreven door Martin Stokhof, de Nederlandse Wittgenstein-expert.