Samenvatting
De brieven aan Timoteüs en Titus staan ook wel bekend onder de verzamelnaam Pastorale Brieven. Timoteüs werkte in de gemeente te Efeze, terwijl Titus op het eiland Kreta was gestationeerd. Deze commentaar behandelt de aan hen geadresseerede correspondentie als medewerkersinstructie, waarin de apostel Paulus zijn geestelijke erfenis vastlegde.
Het auteurschap van de Pastorale Brieven is tegenwoordig omstreden, maar de tekst zelf claimt te zijn geschreven door Paulus en voor diens naaste medewerkers, Timoteüs en Titus. Dit klassieke uitgangspunt levert voor de interpretatie tal van actuele perspectieven op.
Pastoraal zijn deze instructiebrieven zeker, want ze bevatten allerlei aanwijzingen voor het kerkelijk leven. De lezer krijgt inzage in de eisen die gesteld werden aan ouderlingen of opzieners en aan diakenen, maar ook aan vrouwen die actief waren in het diaconaat. Blijkbaar dreigde de christelijke gemeente zowel in Efeze als op Kreta in verwarring te worden gebracht door allerlei dwaalgeesten, die met veel verbaal geweld hun opvattingen propageerden en vooral weerklonk vonden bij rijke, vrijgevochten vrouwen.
Timoteüs en Titus krijgen de opdracht voor Gods huis te zorgen, door enerzijds de christelijke geloofsleer te bewaren en anderzijds een positieve bijdrage van christenen aan de samenleving te bevorderen. Deze beide apostolische medewerkers waren werkers met het Woord in de gemeente en als zodanig de voorlopers van de huidige predikant of voorganger. Iedereen die kerkelijk betrokken is en als het ware met Timoteüs en Titus meeleest zal zich aangesproken voelen door wat de apostel Paulus schrijft in zijn pastorale instructiebrieven.
Het erfgoed van het evangelie blijft zorgvuldig beheer vragen.