Samenvatting
Cognitieve functies zijn de bouwstenen die leerlingen nodig hebben om te kunnen denken en handelen. Niet alleen op cognitief, maar ook op emotioneel en sociaal niveau. De kwantiteit en kwaliteit van hun cognitieve functies beïnvloedt in sterke mate het functioneren van leerlingen, zowel op school als daarbuiten. Voorbeelden van cognitieve functies zijn: nauwkeurig zijn, gegevens verzamelen, relaties leggen, classificeren, plannen en veronderstellingen maken. Leerlingen ontwikkelen de cognitieve functies gedurende alledaagse activiteiten en interacties. Meestal gebeurt dit onbewust. Soms zijn er echter situaties waarin het van belang is de cognitieve functies bewust te stimuleren. In die situaties biedt 'de omgekeerde piramide' een handvat. Dit analyse- en begeleidingsinstrument staat centraal in deze TibtoolHet kan worden gebruikt in groeps- en klassensituaties, en tijdens één-opéén begeleiding. De omgekeerde piramide behoort tot het ontwikkelingspsychologische concept 'Mediërend Leren'. Dit concept is gestoeld op de idee dat elke leerling ontwikkelmogelijkheden heeft. Ook richt het zich op de kwaliteiten van de leerlingen, zonder hun beperkingen te negeren. Mediërend Leren is nadrukkelijk geen methodiek. Dat maakt het mogelijk om het concept te combineren met diverse onderwijsmethoden en begeleidingsprogramma's. Emiel van Doorn (1960) en Floor van Loo (1980) zijn werkzaam bij StiBCO. Eén van Emiels favoriete uitspraken is: 'Als de leerkracht/IB'er niet voor de kwaliteiten van de leerling gaat, dan moet ze van zijn gebreken afblijven!'. Het motto van Floor is: 'Ontwikkelen doe je van, met én door elkaar!'.