Samenvatting
Crisis-, doem- en eindtijddenken zijn weer ‘in’ en de cultuurkritiek zit in de lift. Cultuurkritiek is echter geen nieuw fenomeen en de bestudering daarvan is dat evenmin. Deze bundel verheldert hoe verschillende disciplines het begrip definiëren en benaderen. Historici beargumenteren dat de menselijke verwachtingen en ervaringen gedurende de achttiende eeuw uiteen begonnen te lopen als gevolg van het seculiere denken en van een veranderende geschied- en tijdopvatting. Het daaruit voortvloeiende gevoel van onbehagen vormde een belangrijke aanzet tot de kritische reflectie op de aard, de waarde en de ontwikkeling van de cultuur.
Terwijl de historiografie tot nu toe vooral gericht was op de teksten van geprivilegieerde, witte, westerse mannen, zien cultuurwetenschappers, antropologen en sociologen de cultuurkritiek als een noemer voor globaal voorkomende tekstuele én niet-tekstuele praktijken. Deze bundel analyseert een grote variëteit aan cultuurkritische stemmen in heden en verleden, die gerelateerd zijn aan verschillende werelddelen.