Samenvatting
In 'Tekens van het onzichtbare' dringt kunstfilosoof Antoon Van den Braembussche dieper door in de mystieke dimensie van de kunst. In essays over Rumi, Paul Klee, Anish Kapoor en Paul Celan biedt hij veelzijdige overdenkingen over het onuitsprekelijke in de kunst. Daarin doorbreekt hij meer dan ooit de geijkte grenzen tussen kunst en mystiek, traditie en vernieuwing, religie en atheïsme, tussen westerse en oosterse filosofie. In een tijdperk waarin het seculiere de bovenhand heeft genomen, blijkt de kunst meer dan ooit te beantwoorden aan de innerlijke noodzaak van een diepere, existentiële en spirituele verkenning. Dat maakt 'Tekens van het onzichtbare' een uiterst actueel boek. Het belichaamt tevens een nieuw paradigma in de kunstfilosofie, waarin de systematische verbinding tussen kunst en mystiek centraal staat.