Samenvatting
Sam Drukker (1957) schildert de mens in al zijn facetten op een eigenzinnige manier. Met krachtige penseelstreken weet hij de geportretteerde neer te zetten, waarbij imperfectie en psyche centraal staan. Al decennialang weet hij ook met zijn zelfportretten te imponeren. Niets ontziend schildert hij zichzelf: naakt, dan weer kwetsbaar, soms trots, waarbij hij zichzelf psychologiserend becommentarieerd. Zo geeft hij op zijn eigen wijze inhoud aan een eeuwenoud genre waarbij de kunstenaar, de spiegel en de drager in een driehoeksverhouding de onderlinge strijd aangaan. Voor de eerste maal staan de zelfportretten van Sam Drukker in de schijnwerpers: het oeuvre dat hij in veertig jaar tijd heeft opgebouwd.
Sam Drukker (1957) schildert de mens in al zijn facetten op een eigenzinnige manier. Met krachtige penseelstreken weet hij de geportretteerde neer te zetten, waarbij imperfectie en psyche centraal staan. Al decennialang weet hij ook met zijn zelfportretten te imponeren. Niets ontziend schildert hij zichzelf: naakt, dan weer kwetsbaar, soms trots, waarbij hij zichzelf psychologiserend becommentarieerd. Zo geeft hij op zijn eigen wijze inhoud aan een eeuwenoud genre waarbij de kunstenaar, de spiegel en de drager in een driehoeksverhouding de onderlinge strijd aangaan. Voor de eerste maal staan de zelfportretten van Sam Drukker in de schijnwerpers: het oeuvre dat hij in veertig jaar tijd heeft opgebouwd.