Samenvatting
De panter zette zich schrap en sprong. Vlak voor me kwam hij neer. Zijn grote ogen keken me aan alsof hij uitgehongerd was. Ik richtte de lasers weer op zijn ogen. Hij veerde in, spande zijn lichaam, veerde op en… …dook op me af. Ik liet me op de grond vallen en voelde de klauwen van het beest tegen mijn linkerarm. Het geluid van brekend glas. De roofkat brulde. Glasscherven regenden op me neer. Ik rolde naar het bed, kneep mijn ogen dicht en maakte me klein. In de nabije toekomst zijn robots en andere vormen van kunstmatige intelligentie al zover ontwikkeld dat we er dagelijks mee omgaan. Robots nemen saaie, vuile en gevaarlijke klusjes over en worden gebruikt als hulpmiddelen, speelgoed en vermaak. Er zijn mensen voor wie dat een doorn in het oog is. Ze vinden dat die robots misbruikt worden en burgerrechten moeten krijgen. Sommige actievoerders zijn zelfs bereid hun boodschap kracht bij te zetten met geweld. Een programmeur van kunstmatige intelligentie wordt er tijdens het werken aan zijn promotieopdracht ten onrechte van verdacht zo’n terrorist te zijn. Hij raakt alles kwijt en moet onderduiken. Vastbesloten om zijn onschuld te bewijzen, moet hij lang genoeg uit handen van de politie en terroristen blijven om de volgende grote aanslag te voorkomen.