Samenvatting
Lauren DeHaan (21) gaat als fotografe, begin januari 1968, voor de krant naar Vietnam met als doel de oorlog van alle kanten te beschrijven. Haar wens om ook met de soldaten mee het veld in te gaan lijkt onmogelijk, omdat vrouwen in die tijd geen frontposities mogen vervullen. Haar vader, een ex-militair, heeft haar en haar broer vanaf jonge leeftijd een militaire training gegeven onder het motto: je weet nooit wanneer je het nodig hebt. Ze bluft zich een legerbasis in, neemt de rang van eerste luitenant aan en helpt rekruten op te leiden. Ze voelt zich hierbij als een vis in het water. Als door een bezoek van de bevelhebber uitkomt wat ze gedaan heeft is hij ervan onder de indruk en geeft haar een kans zich te bewijzen in plaats van haar te arresteren. Vlak daarna breekt het TET-offensief uit en komt de oorlog voor Lauren en haar mannen heel dichtbij. Leidinggeven gaat haar goed af, ze wordt meer dan gewaardeerd door haar mannen. Naast de zware gevechten in Saigon en de voormalige keizerlijke hoofdstad Hue, waar Lauren en haar mannen deel aan nemen blijkt de vijand dichterbij te zijn dan verwacht en is niet iedereen te vertrouwen.