Fragment
Intro
Totale verwoesting. Speurend spieden mijn ogen over de ravage, waarin ik nog geen enkel voorwerp heb kunnen ontdekken dat nog enige herkenbare vorm heeft. Het volledige interieur is in rook opgegaan. Zwartgeblakerde bakstenen en een ingestort dak tonen aan mij de destructieve oerkracht van vuur. Door het enorme volume water uit de brandweerslangen is de dikke laag as veranderd in een drabbige substantie. De stank van het roet is indringend, irriteert mijn slijmvliezen en doet mijn maag bijna omkeren. Mijn ogen prikken en het traanvocht perst zich in een reflex naar buiten om het kwetsbare hoornvlies te beschermen. Mijn zenuwen zijn verdoofd en mijn emoties hebben zich ergens diep in mijn buik teruggetrokken.
Het afschrikwekkende beeld van de fel oranjegeelrode vlammen die gretig naar de sterren grijpen, die hartstochtelijk hoger en hoger klimmen, eigenzinnig en alles verterend, staat als een tatoeage in mijn geheugen gegrift.
×