Samenvatting
Tot de Bataafse Revolutie van 1795 kwamen op het Binnenhof regenten in de Staten-Generaal samen namens zeven soevereine provincies om de Republiek te besturen. Twintig jaar later waren de Staten-Generaal (inmiddels verzamelnaam voor de Eerste en Tweede Kamer) enkel nog medewetgever naast koning Willem I. De wortels van de Tweede Kamer in de Republiek hebben echter meer continuïteit opgeleverd dan tot nu toe is aangenomen. Dit boek laat zien dat de Kamerleden hun nieuwe vergaderpraktijk vormgaven op basis van de oude regententradities. Zo bleven de leden zich hardmaken voor hun provincie en het aandeel van de vergadering in het landsbestuur. Aan de hand van brieven, dagboekaantekeningen en debatten onthult Lauren Lauret de intriges en anekdotes waarmee de overdracht van tradities gepaard ging. Ondanks de staatkundige verschillen tussen beide vergaderingen hechtten de regenten aan bedaard overleg, consensusgericht wetgeven, sobere huisvesting en dat allemaal met respect voor persoonlijke relaties, de provincies en het Huis van Oranje. Regentenwerk slaat daarmee een brug tussen de Staten-Generaal in de Republiek en de Tweede Kamer, en laat een nieuw licht schijnen op de bestuurlijke cultuur van de vroege negentiende eeuw. Lauren Lauret (1991) studeerde geschiedenis in Nijmegen en Münster. De afgelopen jaren was zij als promovendus en postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Leiden. Ze doceert Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden en ze analyseert het hedendaagse politieke krachtenveld bij de denktank van politieke historici Advies & Actualiteit van de Radboud Universiteit Nijmegen.