Samenvatting
Kunnen hersenscans iets zeggen over de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte? Laat de neurobiologie zien dat vrije wil en verantwoordelijkheid niet bestaan? Kunnen de neurowetenschappen helpen om recidive beter te voorspellen? Deze vragen worden gesteld en kritisch onderzocht binnen het vakgebied neurorecht. Dit is een nieuw veld van wetenschappelijk onderzoek naar de implicaties van de neurowetenschap voor het recht. In zijn oratie als hoogleraar Forensische psychiatrie gaat psychiater en filosoof Gerben Meynen dieper in op de raakvlakken van het vakgebied met de forensische psychiatrie. Enerzijds is neurorecht nieuw, anderzijds confronteert het ons met oude vragen over het grensgebied van strafrecht en psychiatrie. Èn het laat de noodzaak zien om over de grenzen van de eigen discipline samen te werken. Neurorecht brengt ons van abstracte kwesties over de vrije wil en vergelding naar praktische problemen rond de betrouwbaarheid van het psychiatrisch onderzoek en inschatting van risico. De vragen waarvoor de neurowetenschap ons stelt laten zich niet alleen in maat en methode uitdrukken maar doen steeds ook een beroep op normatieve afwegingen in het individuele geval en het aldus vinden van de menselijke maat.