Samenvatting
Op het gebied van het onderzoek naar sterven en dood moet Elisabeth Kübler-Ross als dé autoriteit worden beschouwd. In de ontelbare uren die ze bij stervenden doorbracht, maakte ze aantekeningen van hun gedrag en noteerde ze hun uitspraken. Het werd haar duidelijk dat zij die door de dood zijn getekend, niet aan hallucinaties lijden wanneer ze beweren gestorven personen te zien die hen opwachten. Klinisch dode blinden deelden haar mee dat ze tijdens de uittreding uit hun lichaam weer konden zien, terwijl kinderen die door chemotherapie kaal waren geworden, in hun buitenlichamelijke toestand al hun haar weer hadden.
De stervenden en de weer tot leven gewekte klinisch doden zijn de belangrijkste bronnen voor het onderzoek van Elisabeth Kübler-Ross naar het leven na de dood. Uit dit onderzoek vloeit voort 'dat elke soort dood waarover wetenschappers spreken, in realiteit helemaal niet bestaat; de dood is immers een overgaan in een nieuwe bewustzijnstoestand, waarin men doorgaat met voelen, zien, horen, begrijpen, lachen en waarin men de mogelijkheid heeft om zowel qua ziel als qua geest te groeien'.
Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004) was een wereldberoemde medicus, psychiater en thanatoloog. Ze kreeg bekendheid door haar werk met kinderen en aidspatiënten, en introduceerde de hospitiumbeweging in de Verenigde Staten. Haar boeken zijn vertaald in meer dan twintig landen.