Samenvatting
Hoe kon het geloof in God in de afgelopen eeuwen zo veranderen? Van een algemeen gedeeld levensgevoel is het een keuze geworden, een steeds minder vanzelfsprekende keuze van een steeds kleiner wordende minderheid. Wat is er onderweg precies gebeurd? In zijn magistrale werk A Secular Age geeft de Canadese filosoof CHARLES TAYLOR (1931) een eigen visie op de ontwikkeling van religie en secularisatie in onze westerse cultuur. Het begrip transformatie vervult daarin een sleutelrol. Transformatie maakt deel uit van zijn sterk op de geloofspraktijk gerichte definitie van religie. De levensverandering waartoe de religie oproept is voor Taylor minstens zo belangrijk als het geloof in een hogere werkelijkheid. Transcendentie en transformatie zijn niet los van elkaar te zien. Taylor heeft een bijdrage willen leveren aan een breed en open debat tussen verschillende gelovige en ongelovige posities. Allereerst door verheldering te bieden en misverstanden uit de weg te ruimen. Maar ook door zelf stelling in te nemen. Het christelijk geloof wijst volgens hem vruchtbare wegen om met de grote vragen en dilemma’s van onze tijd om te gaan. In het tweede deel van het boek worden de opvattingen van Taylor betrokken op die van drie andere denkers. Als eerste komt ERIK BORGMAN aan het woord, een katholieke theoloog die de christelijke traditie op eigentijdse wijze wil voortzetten. De tweede denker is GER GROOT, een atheïstische filosoof in wiens cultuurbeschouwing de veranderende plaats van religie veel aandacht krijgt. De derde gesprekspartner is HARRY KUITERT, een protestantse theoloog die een radicale zuivering van het christelijk geloof heeft bepleit. Iemke Epema laat zien dat de verschillende posities van deze drie denkers terug te vinden zijn in de analyse van Taylor. In het gesprek tussen deze posities wordt duidelijk wat de wezenlijke vragen zijn over de toekomst van het religieuze verleden. Vragen die ons allen aangaan, gelovig of ongelovig. Dr. Iemke Epema (1965) is als predikante van de Protestantse Kerk in Nederland verbonden aan de protestantse gemeente te Zwolle (Oosterkerk). Ze studeerde theologie in Groningen, Oxford en Leipzig.