Samenvatting
"Ik wilde een onorthodox, zinnelijk en origineel boek over mystiek maken. Een boek over existentiële goochelkunst. Hoe we met z’n allen – persoonlijk en collectief – opnieuw kunnen leren toveren. Ik begon met ‘muo’ – de oorspronkelijke Germaanse stam van mystiek. Ik kauwde en mediteerde op de letterlijke betekenis ervan: ‘je ogen en je mond sluiten’ en sprokkelde allerlei woorden, beelden en sprookjes bij elkaar. Van en over mensen die vrijwillig of door omstandigheden gedwongen hun zicht naar buiten en hun taalvermogen vergrendelden. Gaandeweg verstrengelde ik ‘muo’ met technologieën uit systemisch werk. Spelen met kleine delen en grotere gehelen. Van perspectief leren wisselen. Om werelden, lichamen, mensen als systemen te leren lezen. Nu eens inzoomen op golven, dan weer de immense oceaan schouwen. Nu eens een aparte boom zien, dan het grotere woud. Ik wilde een toverboek schrijven, met de basale poëzie van ons lijf als inkt. Die vanzelfsprekende taal die we al kenden in de moederschoot. De vermenging van mystiek, systemisch werk en instinctieve poëzie resulteerde in het besef omsingeld te zijn door wonderen. Schoonheid werd dus het brandpunt van het boek, de rode draad. Een krachtig antigif tegen onttovering. Morsen met licht is een associatief vlechtwerk dat gelezen kan worden door ieder die diepte en vertrouwdheid met de Grote Geheimen zoekt. Een venster dat uitzicht biedt op het oudste ambacht dat er bestaat: hoe we ‘soul’ kunnen maken in de vallei die de wereld is. Een kunde, ingewikkeld en veeleisend. Een kunst, evenredig eenvoudig en vreugdevol.”