Samenvatting
‘Als je dit leest, ben ik dood.’ Op 6 november 1925 joeg Henri Roorda zich een kogel door het hart. Hoe hij tot die daad was gekomen, legt hij uit in deze wrange, vaak ook grappige confessie. Zijn ‘suïcide’ heeft tal van redenen: geldnood, de sleur van het onderwijs, de treurnis van het ouder worden. Ook persoonlijker motieven speelden een rol, zo blijkt tussen de regels door: de liefdeloosheid van het huwelijk, de ‘misdaad’ die hij beging door geen medelijden te hebben met iemand ‘die ongelukkig was’. Maar in Mijn zelfmoord staat de wanhoop lichtvoetigheid en zelfspot nooit in de weg. ‘Mijn zelfmoord is de lucide verantwoording van een totaal niet zwartgallige, volkomen onchagrijnige filosoof, die aantoonbaar genoegen schepte in het zo sprankelend mogelijk formuleren van de aanleidingen en redenen van zijn zelfverkozen dood. Een vrolijker, geestiger, ironischer geschrift over de beladen materie zelfmoord is mij niet bekend.’ – Jeroen Brouwers Henri Roorda van Eysinga, Frans-Zwitsers schrijver van Nederlandse origine, werd in 1870 in Brussel geboren als zoon van journalist Sicco Roorda, criticus van het koloniale bewind en penvriend van Multatuli en Domela Nieuwenhuis. Henri schreef libertaire verhandelingen over onderwijsvernieuwing en, onder het pseudoniem Balthasar, columns voor Zwitserse dagbladen. De auteur van Mijn zelfmoord geldt als de grootste humorist van Franstalig Zwitserland.