Samenvatting
‘Mies’ gaat over een Middelburgse boekverkoopster die in de Eerste Wereldoorlog actief was bij de opvang van de vele Belgen die naar Nederland vluchtten.
Een eeuw geleden gebeurde het: in 1914 zagen de Zeeuwen ze komen. Als bootvluchtelingen over de Schelde, per trein via Brabant, 10.000 Belgen belandden in Middelburg dat zelf omstreeks de 20.000 inwoners had. Het stadje stond op zijn kop.
Er moest onderdak komen, dekens, lakens, bedden, soms zelfs stro om op te slapen. Maar ook eten, kleding, financiële steun voor mensen die letterlijk alles kwijt waren. De in Zeeland gelegerde Nederlandse militairen verveelden zich: Mies regelde lectuurvoorziening. Met anderen zette ze een naai-atelier op waar Belgische vrouwen werk vonden.
Het waren, kortom, bewogen tijden.
Die oorlog, die vier jaar duurde, vormt de kern van dit boek. Het is het waargebeurde verhaal over een vrouw, een familie, een boekhandel, een stad en een provincie in een vervlogen periode. In rustige en in woelige tijden.
Zeeuwen zeggen, met hun wapenspreuk: ‘Luctor et Emergo’ (Ik worstel en kom boven). Vaak lukt(e) dat.