Fragment
Hij moest zichzelf inhouden om niet te neuriën terwijl hij zijn plaats opzocht. Youri keek op vanuit het groepje jongens, hij had Goof blijkbaar in het vizier gekregen. ‘Hé lelijkerd, ben je wakker? Doe je mee?’
Goof keek zijn hoogblonde en hoogst irritante klasgenoot zelfverzekerd aan. Zijn humeur had een flinke boost gekregen. ‘Nee dank je, ik speel niet van die domme spelletjes.’
Youri trok zijn ogen tot spleetjes. ‘Domme spelletjes? Moet jij zeggen, melkmuil!’
Goof volgde Youri’s blik naar zijn shirt. Daar zaten twee strepen melk op, een links en een rechts. Goof voelde aan zijn kin. Daar zaten ook melkresten. Oh nee hè!
‘Wat een mooie baard, Sinterklaas!’ viel Dinand zijn maat bij. De anderen lachten.
‘Ja’, zei Youri, ‘Sinterklaas, daar lijk je wel een beetje op. Ik dacht dat die toch geld genoeg zou hebben voor een fatsoenlijke broek!’
Dit ging mis, dat wist Goof nu al. Hij zocht naar woorden om terug te smijten. Spitsvondigheid was geen eigenschap die hij zichzelf zou toekennen.
‘Ach, w…’ begon hij. Het groepje jongens tegenover hem grinnikte. Rodney maakte van de gelegenheid gebruik: ‘Beetje last van Alzheimer, Sint?’
Goof vond woorden: ‘Hou je bek, Piet.’
×