Samenvatting
Maria Iordanidou (1897 – 1989) beschrijft aan de hand van herinneringen van haar zeer Griekse grootmoeder Loxántra het dagelijks leven van de Griekse gemeenschap in Constantinopel in de periode ca. 1875 - 1914, een tijdperk waarin de Grieken daar - evenals de andere niet-Turkse gemeenschappen - leefden tussen hoop en vrees. Op realistische, roerende en humoristische wijze brengt de schrijfster dit tijdperk tot leven. In de figuur van Loxántra is een bijzonder Griekse vrouw geschetst: flink, blijmoedig, vroom, bijgelovig, aards, zeer gastvrij, naïef en dol op lekker eten. Dit boek is in Griekenland in 1975 verfilmd, en genoot daar ook als T.V.-serie een grote populariteit. Aangemoedigd door het succes van het boek schreef Maria Iordanidou op vergevorderde leeftijd nog vier andere, min of meer autobiografische boeken. Voor haar werk en speciaal voor 'Loxántra' werd zij onderscheiden met het Gouden Kruis en de eretitel van 'Dame' van het Oecumenisch Patriarchaat. Drs. S.J.F.M. Veenman: ''Loxántra is een volkse, goedhartige, gelovige vrouw. In elk hoofdstuk van het boek is sprake van humor, geschiedenis, verdriet en vreugde. Een interessant en soms ontroerend verhaal."