Fragment
Plotseling voelt Lisa dat er iets achter haar staat. Een warme adem in haar nek. Het is Kletta die met net zoveel belangstelling naar Lisa’s hand kijkt, als Lisa zelf. Kletta brengt haar neus dichterbij. Het lieveheersbeestje vliegt op en verdwijnt.
Maar Kletta is nog steeds nieuwsgierig. Ze besnuffelt Lisa’s vlecht. Lisa ziet de donkergrijze lippen van Spijtebijt van heel dichtbij. En die neusgaten; een soort omgekeerde komma die steeds wat wijder en weer smaller wordt. Dan briest Kletta; Lisa schrikt even van het harde geluid maar probeert het dan na te doen. Gek gevoel, die flapperende lippen! Kletta is nog niet uitgesnuffeld. Haar mond gaat nu langs Lisa’s blote arm, haar blote benen, haar voet.
Lisa doet haar schoen uit en beweegt haar tenen. Paarden kunnen veel dingen die mensen niet kunnen: met hun voet op hun hoofd krabben, elkaar krabbelen op precies de goede plek zonder woorden te gebruiken, met hun staart vliegen wegjagen. Maar je tenen bewegen kan Spijtebijt dan weer niet.
×