Samenvatting
Meesterdenker Peter Sloterdijk verkent in dit boek de grenzen tussen filosofie en literatuur en tussen redenering en vertelling. 'De mensheidstijd is een tijd van de wereldvormende bliksem, die wij als zodanig niet zien, omdat wij ons, doordat we in de wereld zijn, midden in de bliksem bevinden.' De Duitse filosoof Peter Sloterdijk beschrijft de mens in dit essay over licht en geluid als een bliksemschicht. In een verblindend licht en met een donderend geraas komen we op de wereld af. Sloterdijk duidt de bliksemse boel aan de hand van klassieke en moderne kunst, variƫrend van muziek tot architectuur, van verstilde kunst tot de kunst van het bewegen en van design tot typografie. Hij blijft daarbij ver van de platgelopen paden van de gangbare kunstbeschouwing. Zijn essay begeeft zich op de rand van het zichtbare en het onzichtbare, van het hoorbare en onhoorbare.