Fragment
Goed en slecht nieuws
Cora’s moeder stuurde me een uitnodiging om op haar verjaardag te komen. Cora en Tom komen met hun zoontje ook.
Ik ben benieuwd hoe het met Cora gaat.
Opgelucht zag ik hun auto voor de deur staan. Ik belde aan, Cora deed open. Ze vloog me om mijn nek, zo blij dat ze me weer zag.
‘Kom binnen, Koos, Tom is er ook.’ In de kamer zat Tom met zijn zoontje op het vloerkleed te spelen;
vader en moeder zaten aan tafel. Ik feliciteerde ze. Tom stond op. ‘Dat is lang geleden.’
‘Zeg dat wel, ik heb me flink zorgen gemaakt over jullie.’
‘Mijn ouders ook,’ zei Cora. ‘We konden niet anders. We werden uit ons appartement gezet.
Voordat ik verder ga vertellen, schenk ik een lekker bakje koffie voor je in.’
Ik keek haar aan; ze was geëmotioneerd. De uitzetting heeft haar flink pijn gedaan.
Ik besloot om er niet meer over te praten. Tom wel; hij begon te schelden over de woningstichting dat ze zonder gegronde redenen het huis zijn uitgezet. Door zijn contacten heeft hij een stacaravan op de camping de Klingenberg in Tuil weten te bemachtigen en moeten ze leven van een bijstandsuitkering van de gemeente Zaltbommel.
‘Hoop dat ik spoedig aan een baan kom; ik heb verantwoording voor mijn gezinnetje.’
Grootspraak, je hebt je gezin opgeofferd voor je vrienden, dacht ik. ‘Mijn man en ik hebben vertrouwen dat het goed
komt,’ zei moeder. Na een half uur werd ik het zat om naar Toms toekomstplannen te luisteren. Ik stond op.
‘Ga je nu al weg?’ zei Cora. ‘Ja, ik moet nog naar mijn oud-collega Karel, die een onderneming in Rotterdam is begonnen.’
Vader en moeder gaf ik een hand, tilde de kleine van de grond, keek in zijn helderblauwe ogen en kreeg medelijden met hem.
Er gaat nog heel wat gebeuren met je. Ik gaf hem aan Cora. Ik keek Tom kwaad aan. ‘Ik hoop dat je
toekomstplannen waarmaakt en niet je eigen weg inslaat!’
‘Dat komt wel goed, wees, maar niet bezorgd.’ Cora begeleide me met haar kind in de armen naar de deur.
‘Fijn dat je zorgen over ons maakt. Maar hoe het ook loopt, ik blijf van hem houden.’
‘Mocht je van gedachten veranderen, je kunt met je zoontje altijd bij me terecht.’
×