Samenvatting
In La Bohème, Hollandse kunstenaars in Parijs 1866-1874 wordt het beeld geschetst van het artistieke, onconventionele, arme, maar vrije leven van vier jonge schilders in de romantische wereldstad Parijs. David Adolphe Constant Artz schreef vanuit Parijs aan zijn mecenas Jan Kneppelhout. In deze brieven spelen schilders, musici, kunsthandelaren en kunstliefhebbers een belangrijke rol en laten een fascinerend beeld zien van het wel en wee van jonge Hollandse kunstenaars op zoek naar inspiratie, liefde en geluk – ‘la vie de Bohème’. In 1865 besloot de kunstschilder Jacob Maris (1837-1899) samen met zijn vriend Frederik Hendrik Kaemmerer (1839-1902) zijn geluk te beproeven in de wereldstad Parijs. Korte tijd later stond de schilder David Adolphe Constant Artz (1837-1890) voor hun deur in de bruisende metropool en in 1869 trok Matthijs Maris (1839-1917) bij de schilders in. Het waren arme maar productieve artistieke jaren. Inmiddels was ook de aan tuberculose lijdende violist Jan de Graan (1852-1874) – eens een beroemd wonderkind – bij de schilders in Parijs gearriveerd. De musicus, een wees, was goed bevriend met Artz, die zich het lot van de jongen zeer aan trok. De schilders bleven werken in Parijs ondanks de bloedige Frans-Duitse oorlog en de Commune. Jacob Maris legde zich onder meer toe op het schilderen van ‘Italiennes’, jonge meisjes in Italiaanse klederdracht. Kaemmerer koos voor een opleiding aan de Academy des Beaux-Arts en schilderde Scheveningse strandgezichten. Artz schilderde steeds vaker Hollandse onderwerpen en Matthijs Maris maakte na alle oproer in Parijs meerdere sprookjesachtige symbolistische schilderijen. Het was een enerverende periode in Parijs: La vie de Bohème. Maar aan het sprookje kwam een einde toen ieder zijn eigen weg ging. In 1871 keerde Jacob Maris terug naar Den Haag. Ook Artz besloot Parijs voor goed te verlaten. Hij vond in de zomer van 1873 samen met Kaemmerer nieuwe inspiratie in het vissersdorpje Katwijk aan Zee, waar ze verbleven in Logement De Zwaan. Schilders uit binnen- en buitenland volgden hun voorbeeld en zo groeide een eenvoudige vissersplaats uit tot een echt kunstenaarsdorp, nu 150 jaar geleden.
In La Bohème, Hollandse kunstenaars in Parijs 1866-1874 wordt het beeld geschetst van het artistieke, onconventionele, arme, maar vrije leven van vier jonge schilders in de romantische wereldstad Parijs. David Adolphe Constant Artz schreef vanuit Parijs aan zijn mecenas Jan Kneppelhout. In deze brieven spelen schilders, musici, kunsthandelaren en kunstliefhebbers een belangrijke rol en laten een fascinerend beeld zien van het wel en wee van jonge Hollandse kunstenaars op zoek naar inspiratie, liefde en geluk – ‘la vie de Bohème’. In 1865 besloot de kunstschilder Jacob Maris (1837-1899) samen met zijn vriend Frederik Hendrik Kaemmerer (1839-1902) zijn geluk te beproeven in de wereldstad Parijs. Korte tijd later stond de schilder David Adolphe Constant Artz (1837-1890) voor hun deur in de bruisende metropool en in 1869 trok Matthijs Maris (1839-1917) bij de schilders in. Het waren arme maar productieve artistieke jaren. Inmiddels was ook de aan tuberculose lijdende violist Jan de Graan (1852-1874) – eens een beroemd wonderkind – bij de schilders in Parijs gearriveerd. De musicus, een wees, was goed bevriend met Artz, die zich het lot van de jongen zeer aan trok. De schilders bleven werken in Parijs ondanks de bloedige Frans-Duitse oorlog en de Commune. Jacob Maris legde zich onder meer toe op het schilderen van ‘Italiennes’, jonge meisjes in Italiaanse klederdracht. Kaemmerer koos voor een opleiding aan de Academy des Beaux-Arts en schilderde Scheveningse strandgezichten. Artz schilderde steeds vaker Hollandse onderwerpen en Matthijs Maris maakte na alle oproer in Parijs meerdere sprookjesachtige symbolistische schilderijen. Het was een enerverende periode in Parijs: La vie de Bohème. Maar aan het sprookje kwam een einde toen ieder zijn eigen weg ging. In 1871 keerde Jacob Maris terug naar Den Haag. Ook Artz besloot Parijs voor goed te verlaten. Hij vond in de zomer van 1873 samen met Kaemmerer nieuwe inspiratie in het vissersdorpje Katwijk aan Zee, waar ze verbleven in Logement De Zwaan. Schilders uit binnen- en buitenland volgden hun voorbeeld en zo groeide een eenvoudige vissersplaats uit tot een echt kunstenaarsdorp, nu 150 jaar geleden.