Samenvatting
Dingeman Boot (1934) groeide op in een orthodox christelijk gezin en wist al jong dat hij dominee wilde worden. Maar tijdens zijn theologiestudie liep hij vast. Hij belandde in een psychiatrische inrichting en ontdekte daar dat hij nieuwe wegen in moest slaan. Yoga en de hindoeïstische filosofische stroming advaita vedanta hielpen hem daarbij, evenals de boeddhistische vipassana- of inzichtmeditatie. Mediteren deed hem zelfs zo goed, dat hij een periode als boeddhistische monnik leefde in Azië. Na zijn vervroegde pensioen legde hij zich toe op het geven van cursussen en retraites in de door hem zelf ontwikkelde yoga-meditatie. Begin deze eeuw ontdekte hij de Tibetaans boeddhistische dzogchen, dat hij beschouwt als een vervolg op de vipassana. In dit boek neemt hij de lezer mee op zijn spirituele reis, in zeven stadia en aan de hand van 49 levenslessen