Samenvatting
Deze zentoespraken bevatten de uitgepuurde neerslag van een leven lang bewandelen van de zenweg, van inspirerende ontmoetingen en het bestuderen van wijsheidsteksten uit oost en west. Zij zijn ten diepste religieus in hun zoektocht naar de ware aard van de mens en wat hij mag hopen. Als onconventionele zenleraar laat Ton Lathouwers zien dat de inzichten van zen niet alleen te vinden zijn in andere religieuze tradities maar ook verwoord worden door denkers als Sjestov, Nietzsche en Kierkegaard en opduiken in het werk van sovjetauteurs die geen religieuze taal meer hadden. Deze teksten gaan over vertrouwen, over het oervertrouwen tegen alles in, dat zelfs over de dood heen gaat. Al vergaat het universum, je oorspronkelijke gelaat vergaat nooit. Je kunt er niet uit vallen. Dat is beginpunt voor de boeddhistische gelofte die de auteur tot zijnlevensmotto maakte: ‘hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden’. Ton Lathouwers (1932) begon met zen in 1968. In 1987 gaf de Chinese Ch’anmeester Teh Cheng hem autorisatie als zenmeester. Weten wie we ten diepste zijn, oervertrouwen, genade en mededogen zijn de kernbegrippen in zijn onderricht. Zij staan ook centraal in de talloze zentoespraken die hij hield tijdens de intensieve retraites van Maha Karuna-Ch’an. Zijn begeleiding van deze zengroep staat in het teken van de ontmoeting van hart tot hart.