Samenvatting
De Geschiedenis van Feyenoord Deel 5 De euforie na het winnen van de Europacup in mei 1970 was groot. De superlatieven schoten tekort om de geweldige vreugde te beschrijven die de Feyenoord-supporters had bevangen. ‘In het stadion in Milaan heeft de Rotterdamse Stadionclub een voetbalwedstrijd gestreden van immense begeestering, bekoring en daadkracht’, schreef Feyenoords administrateur Phida Wolff. De verwachtingen voor de komende seizoenen waren hoog gespannen. Feyenoord ging strijden om de Wereldbeker en mocht als Cupwinnaar opnieuw deelnemen aan de strijd om de Europacup. Na de ‘gloriejaren’ van de jaren zestig was de periode 1970-1984 helaas dunner bezaaid met successen. Feyenoord begon uitstekend door de Wereldbeker te winnen, maar dat werd gevolgd door uitschakeling in het toernooi om de Europacup I. Successen waren er ook. Feyenoord veroverde de UEFA-Cup in 1974, werd landskampioen in 1974 en 1984 en won de KNVB-beker in 1980 en 1984. Kenmerkend voor die periode waren vooral de vele veranderingen bij Feyenoord, zowel in het veld als bestuurlijk en in de trainersstaf. Coen Moulijn stopte en Willem van Hanegem en Wim Jansen vertrokken. Wiel Coerver volgde Ernst Happel op als trainer en Peter Stephan nam de plaats in van Guus Brox. Vaak ging de opvolging niet zonder slag of stoot met conflicten als gevolg. Spelers konden niet overweg met de nieuwe trainer of de nieuwe manager en vertrokken, soms tegen hun zin, naar andere verenigingen. Peter Stephan muntte in 1978 de term ‘het Nieuwe Feyenoord’. Nieuw was het wel, maar weinig ‘vernieuwend’. Het lukte wel om met fris voetbal de supporters weer de weg naar het stadion te laten inslaan. Een bijzondere ‘nieuwigheid’ was de overstap in 1983 van Johan Cruijff van de Meer naar de Kuip. Dat, én het winnen van de ‘dubbel’, gaf de periode 1970-1984 een bijzondere afsluiting.