Samenvatting
'Als jij buikpijn hebt, voelt de ander dat dan ook?' Die vraag krijgen identieke tweelingen nogal eens te horen. Er hangt nou eenmaal iets magisch, iets mythisch om tweelingen heen. Ze zien er hetzelfde uit, bewegen hetzelfde, praten hetzelfde en hebben vaak dezelfde voorkeuren. Maar ze zijn niet hetzelfde. En daar wringt 'm nogal eens de schoen. Hoe is het om steeds vergeleken te worden? Wat doet het met je zelfbeeld als je een identieke tweelingbroer of -zus rond hebt lopen, of juist mist? Hoe ontwikkel je je eigen identiteit? Op die vragen geven eeneiige tweelingen in dit boek antwoord. Ze vertellen over de leuke én lastige kanten van tweeling zijn. Over de uitdaging om als autonome volwassene te leven nadat je als tweeling bent opgegroeid. Hun verhalen raken: ze gaan over verbondenheid en liefde voor elkaar, over rivaliteit en teleurstelling, kwetsbaarheid en compassie. Dit boek gaat voorbij de clichés over tweelingen. Het is bedoeld voor tweelingen, voor mensen die met tweelingen omgaan en voor iedereen die wil weten hoe tweelingen hun eigen ik ontwikkelen. Als de interviews één ding duidelijk maken, dan is het dat tweelingen graag als twee verschillende individuen gezien willen worden. Dat helpt hen bij het vinden van een eigen identiteit. Want één en één is niet één, maar toch echt twee. Over de auteur: Hilda Jeninga werd op 10 oktober 1964 als verrassing geboren, negen minuten na haar eeneiige tweelingzus Margriet. Ze is sociaalgeograaf, heeft een eigen communicatiebureau en schrijft lesmateriaal. Wat ze het liefst doet, is een kijkje nemen in iemands wereld en daar een verhaal van maken dat ertoe doet.