Samenvatting
Een koan is een vraag die de zenmeester aan zijn of haar studenten stelt om enerzijds het inzicht van de student op de proef te stellen en anderzijds om inzicht over te dragen. Koans ontstaan uit spontane situaties. Zenmeesters gebruiken deze vragen om de geestelijke conditie van hun studenten te testen. In de loop van de geschiedenis werden deze vragen gebundeld tot verzamelingen over onderwerpen die er psychologisch en filosofisch toe doen; soms verpakt in symbolentaal – ‘Waarom heeft de barbaar uit het westen geen baard?’ – soms onverbloemd duidelijk – ‘Wat is de zin van het leven?’ Dit boek bevat niet alleen een hedendaagse toelichting op de beroemdste klassieke koanverzameling, de Mumonkan, maar tevens een nieuwe collectie moderne koans. Hoewel koanstudie het beste in relatie met een zenmeester kan worden gedaan, is – ook voor hen die hiervan verstoken zijn – het lezen en zich verdiepen in de commentaren een inspirerende en geestverruimende oefening.