Michel deed de rugzak af en haalde zijn telefoon eruit.
"Met Michel!"
"Nou! Dàt valt nog te bezien! Rotzak! Ik weet niet wat je van plan bent, maar het spelletje is uit! Ik vertrek met de eerste mogelijkheid naar huis!"
Het was Christophe.
"Ho! Wacht even, Christophe! Ik weet niet, waar je het allemaal over hebt. Wat is er gebeurd?"
"Ja, houd je maar van de domme. Maar vanavond ben ìk weg! Ik had naar mijn moeder moeten luisteren, dat ik je eigenlijk helemaal niet ken. En waarom ik zomaar met een vreemde ben meegegaan. Nou, dat is wel duidelijk. Want wie je bent, weet ik niet. Maar je bent in ieder geval nìet Michel Devantier!"
"Christophe, stop nou even. Wat is er gebeurd? Waarom twijfel je aan mijn identiteit?"
"Michel Devantier, of wìe je ook bent: ik speel het spelletje niet meer mee! Adieu!" en de verbinding werd verbroken. Michel drukte zonder iets te zeggen een nummer in.
"Hallo?"
"Christophe, met mij nog even. Ik weet ècht van geen enkel spelletje, maar als je me wat meer vertelt, snap ik misschien, waarover je praat!"
Christophe zuchtte.
"Bij toeval ben ik tussen bomen en struiken op een graf gestuit. Joùw naam stond erop en joùw geboortedatum stond erop!"
Christophe gaf hem ruim de gelegenheid om te reageren, maar het bleef stil.
"Dus ik weet niet, waarom jij die naam en geboortedatum hebt aangenomen, maar het kan geen toeval zijn! Vertel jij me maar eens wat je werkelijk van plan bent! Waarom heb je mij voor je karretje gespannen!"
"Ik kan hier niets op zeggen", stamelde Michel, "ik weet niets van het bestaan van dat graf. Maar er zal wel een verklaring voor zijn..."
"Ja!", erkende Christophe. "En die wil ik nu van jou weten!"
×