Samenvatting
De afgelopen vijftig jaar is er veel veranderd in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze veranderingen worden vaak beschreven in termen van maatschappelijke idealen, zorgmodellen en beleidsdoelen van de overheid. Inge Mans laat zien hoe verschillende idealen en modellen in de praktijk uitwerkten bij de Hafakker, een zorginstelling in Noordwijkerhout. Zij laat vooral de mensen aan het woord die het 'hart van de zorg' vormen: bewoners en begeleiders. Aan de hand van hun verhalen ontstaat een levendig beeld van de manier waarop zij met elkaar omgaan en wat dit voor ieder van hen betekent. Ook de familie van bewoners komt aan het woord en de mensen die bij hen in de wijk wonen vertellen over het contact met hun verstandelijk gehandicapte buren. Duidelijk wordt dat het leven van instellingsbewoners in vijftig jaar tijd op veel punten sterk verbeterd is. Maar terwijl de muren van de inrichting zijn afgebroken, zijn het nu de onzichtbare muren van de 'prestatiemaatschappij' die verdere integratie van mensen met een verstandelijke beperking belemmeren. Een nieuw en levensgroot probleem is dat de zorg in de afgelopen twintig een sterk verzakelijkt en bureaucratisch systeem is geworden. Het draait niet langer om mensen, maar om managers en productiecijfers. Zo verdwijnt het hart uit de zorg. De geschiedenis laat zien dat het anders kan. Eerder verscheen van Inge Mans "Zin der zotheid, vijf eeuwen cultuurgeschiedenis van zotten, onnozelen en zwakzinnigen". (Bert Bakker 1998)