Samenvatting
De vrije wereld heeft 75 jaar ‘Auschwitz’ herdacht. Tijdens de plechtige bijeenkomst klinkt de schrille oproep, die ene zin, uit de mond van een van de sprekers: ‘Wees niet onverschillig’ ofwel, in steen gehouwen, het ‘Elfde Gebod’. 24 September 1944, de moord op Jan en Mathilde Klingen en Louis Boelen, ongeveer om half drie in de vroege zondagochtend. Voor de inwoners van Alem een totale verrassing. Jan Klingen kan niets worden ten laste gelegd, vindt men. Louis Boelen is in Alem niet bekend. Hij is de toevallig aanwezige evacué. Of blijkt hij voor de Duitsers een meer dan welkome ‘bijvangst’ te zijn? De hoge legerleiding van de Duitsers heeft naar het schijnt vermoedens over het bestaan van de vluchtroute van gestrande piloten door Bommelerwaard en de Biesbosch. Vandaar de maskerade van twee in Duitse uniformen gestoken zogenaamde Engelse piloten. Zij geraken na een nacht van omzwervingen ’s ochtends om zes uur bij Klingen thuis. Grote consternatie bij de families als het na enige tijd een ordinaire val blijkt te zijn. De afloop is noodlottig maar de vragen blijven. Wat is de tenlastelegging geweest? Waarom wordt Louis Boelen niet vrijgelaten? Hij is slechts de tolk geweest en niet betrokken bij vermeende subversieve activiteiten van Jan Klingen en het verzet in Alem. Dit boek beschrijft de ‘bescheiden’ bijdragen van Louis Boelen aan het verzet: de clandestiene aankoop van een zak aardappels; een Jood met geld geholpen; de verzetsman Gerrit Wilmink meer dan twee maanden een schuilplaats geboden en een jonge Duitse vrouw met kind onderdak gegeven. Maar vooral belangrijk is zijn hulp aan de activiteiten van A.F. van Goelst Meijer bij de realisatie van zijn ‘LUCTOR ET EMERGO’, de vluchtroute. Hoe het ook zij, WEES NIET ONVERSCHILLIG, ook al blijft hij in Alem de toevallig aanwezige evacué.