Samenvatting
Veel mensen denken 'lastig voor dat kind dat zijn broer of zus gehandicapt is', maar wat houdt het nu eigenlijk precies in om een brusje (BRoertje of zUSJE) van een kind met een beperking te zijn.
Waar loop je als brusje tegenaan en waarom is het zo moeilijk om hulp te vragen. Hoe kun je leren om goed met leeftijdgenoten om te gaan als je thuis niet op je broer of zus mag oefenen.
Veel brusjes hebben moeite met hun situatie en het leefklimaat waarin ze verkeren. En de kans is groot dat ze zich niet naar behoren ontwikkelen.
Dan rijst de vraag 'wat kun je als ouders doen om je kind te helpen'.
Waar vindt je hulp maar vooral ook wat heeft je 'normale' kind nodig en wat mag je van het brusje verwachten.
Dit zijn allemaal vragen die in dit boek aan bod komen.
Hoewel de voorbeelden uit dit boek vooral betrekking hebben op een autistische stoornis, kan het wellicht ook een handleiding zijn voor ouders van brusjes wiens broer of zus een andere beperking hebben.
Thea Vossen (1966), moeder van twee kinderen, heeft zich sinds haar zoon een diagnose Syndroom van Asperger kreeg, toegelegd op het opvoeden van haar autistisch kind. Toen duidelijk werd dat de ontwikkeling van haar dochter ernstig belemmerd werd door de beperking van haar oudere broer, heeft ze zich verdiept in de problemen van brusjes.