Samenvatting
Voor een volgend jaar slaat de wachter haar kampement op bij haar paard. Werpt de zon zijn lichtschaduwen over het blad dat langzaam verkleurt en afsterft. Tekenen zwarte takken zich kaal af tegen het koude ochtendlicht. Valt de sneeuw op het tentdoek, de wachter, het paard. Wordt grond steen, hun adem ijs. Diep weggedoken in haar jack staat zij daar. Ik wil ’m, denkt zij terwijl ze de regen, de sneeuw, de modder van haar laarzen stampt, haar armen om zijn heupen legt. Ik zal ’m krijgen ook. In dit boek beschrijft Erna Schröder de speciale band tussen haar en haar paard Tonoes. Die band was er vanaf het eerste moment dat zij hem zag. Vriend en vijand waarschuwden haar: ‘Het kost je je relatie, je wordt namelijk iemand anders. Een paardenvrouw.’ Maar ze kon niet anders, ze was verliefd. Op aansprekende en openhartige wijze vertelt ze over hun leven samen. De buitenritten, de wandelingen, het begrip zonder woorden, de verzorging, de ziektes. Een onvoorwaardelijke relatie. Behalve dat het een boeiend verhaal is voor andere ‘paardenvrouwen’, is het ook een ode aan het leven en aan de vriendschap.