Fragment
‘Mag ik even je pen lenen?’, de politie-inspecteur stak zijn hand uit naar de rechercheur die schuin achter hem aantekeningen stond te maken. Ongeduldig knipte de inspecteur met zijn vingers: ‘Geef de pen, Mathijs.’ De rechercheur twijfelde omdat de ervaring leerde dat hij de pen niet terugkreeg en dus verder geen aantekeningen in het compacte notitieboekje kon optekenen, wat weer gevolgen had voor het verwerken van de gegevens in de zaakrapportage op kantoor. ‘De pen…’, de stem van Harrie van der Voort klonk ernstig. De rechercheur zuchtte en gaf de ballpoint aan de inspecteur, die de pen gretig uit de hand griste. ‘Kun je bijlichten?’,
vroeg van der Voort terwijl hij achter op de pen klikte om de schrijfpunt te laten verdwijnen. De kleinste goocheltruc ter wereld, zo noemde zijn vader het laten verdwijnen en weer tevoorschijn toveren van de punt van een ballpoint, maar goed, toen was hij een jaar of drie oud. Op die leeftijd is het gemakkelijk om snel onder de indruk te zijn van alles dat nieuw is. Iedere dag tot de
nok toe gevuld met ontdekkingen. De wereld met nieuwe ogen bekijken. Een nadeel van ouder worden is dat het verwonderen ieder jaar afneemt. Het meeste is bekend en de enige echte verwondering heeft een technische grondslag, wat Harrie dan weer niet interesseerde. Zo gebruikte hij zijn laptop nog steeds als een veredelde typemachine en raakte hij tenminste twee keer in de
week de weg kwijt in de bediening van zijn Oled 4K ultra HD televisie. ‘Een heuse computer aan de wand’, had de verkoper hem verzekerd, maar van der Voort wilde hem op pootjes op de eiken TV-kast hebben staan. Geen speciale beugels aan de muur met bouten die enorme gaten achterlieten als hij in de toekomst ging verhuizen. Veel te veel werk om gaten te vullen en glad
te strijken met een vulmiddel. De inspecteur kon het zich niet herinneren of hij het als peuter verwarrend had gevonden om iedere dag nieuwe dingen te ontdekken. Verwarring ontstaat als je over te weinig informatie beschikt of wanneer je, zoals in het geval van Mathijs, een onverbeterlijke betweter bent. ‘Wat heb je ontdekt?’, vroeg de rechercheur die achter hem met een compacte
LED-zaklamp naar het lijk scheen. Het ontzielde lichaam zat op de vloer en rustte met de rug tegen de granol muur aan. ‘Dat weet ik nog niet, daarom heb ik om de pen gevraagd’, de inspecteur hield de ballpoint demonstratief omhoog en zag de opdruk bij de clip,
‘Stichting URAZ’ in cursieve letters, font Arial. ‘Kun je op het voorhoofd schijnen? En dan zonder mijn schaduw…’, de inspecteur stak de pen naar voren om een plakkende haarlok weg te schuiven. De huid rondom het derde oog was opengescheurd. Het bloed glansde nog iets, maar het drupte niet meer op het gezicht van het slachtoffer. ‘Is de huid beschadigd door de val?’, vroeg Mathijs nieuwsgierig. Van der Voort duwde met het uiteinde van de pen op het voorhoofd bij de scheur in de huid: ‘Aha!’ Zonder pardon duwde hij de punt van de ballpoint in het derde oog. De huid scheurde verder open en de punt verdween zeker een centimeter in de
schedel. Oplettend bewoog de inspecteur de pen heen en weer door het gat: ‘Nou, dat zie je tegenwoordig niet veel meer.’ ‘Een kogelgat?’, vroeg de rechercheur. Van der Voort haalde de pen uit het gat en gaf die aan Mathijs: ‘Dank je wel.’ Ontsteld keek de rechercheur naar de pen waarvan het onderste gedeelte bedekt was met een vochtige substantie.
×