Fragment
In de tijd van Yeshua waren er twee religieuze groepen aan de macht: de Sadduceeën en de Farizeeën.
Je zou ze kunnen beschrijven als de vrijzinnigen en orthodoxen.
De Sadduceeën geloofden niet in engelen en niet in de wederopstanding van doden. Dat is een dusdanig vrijzinnige theologie dat je jezelf kunt afvragen waarom ze dan überhaupt nog geloofden.
De Farizeeën waren op hun beurt weer heel erg nauwkeurig in het naleven van het Sabbatsgebod en omdat ze er zeker van wilden zijn, dat je op Sabbat niet te ver zou lopen, hadden ze beperkingen opgelegd die vrijwel niets meer toelieten.
Echter waren de overeenkomsten van beide stromingen wel, dat ze de wetten die G’d door Moshé had gegeven, nauwgezet schenen te onderhouden, maar er daarbij verschillende tradities op na hielden waardoor ze de wetten strenger maakten en andere juist weer afzwakten.
De betekenis van de naam Farizeeërs is het meervoud van ‘apart gezet’. Het geeft daarmee de arrogantie van deze sociale en religieuze politieke partij en stroming wel aan.
Yeshua walgde van deze arrogantie en liefdeloze subcultuur en ergerde zich mateloos aan het gedrag en houding van deze mannen.
Naar buiten toe deden ze zich voor als vrome mannen die op de hoeken van de straten aan het bidden waren, maar van binnen waren deze figuren door en door slecht en egoïstisch.
Yochanan ergerde zich al helemaal groen en geel aan die mensen en viel in duidelijke taal tegen hen uit:
×