Samenvatting
'Zhuangzi' (vierde-derde eeuw v. Chr.) is de tweede grondtekst van het daoïsme, na de 'Daodejing' van Laozi. Het werk is geliefd om zijn humoristische dialogen en diepzinnige parabels, en dient al eeuwen als onuitputtelijke inspiratiebron voor een ieder die zoekt naar spontaniteit, creativiteit en innerlijke bevrijding van maatschappelijke dwang en ideologische dogma's. Hoewel 'Zhuangzi' in het Nederlandstalige gebied steeds bekender wordt, is er nog niet veel aandacht besteed aan zijn spirituele oefenweg. Daarin speelt de deconstructie van de taal een belangrijke rol, naast een vorm van meditatie die gericht is op het deconditioneren en verruimen van het alledaagse bewustzijn. Door deze praktische aspecten helder voor het voetlicht te brengen, in de filosofische context van 'Daodejing' en 'Zhuangzi', laat dit boek zien dat Zhuangzi's daoïstische oefenweg ook in de moderne tijd nog steeds een grote inspiratiebron kan zijn voor het dagelijks leven.