Samenvatting
Dit is een schitterend geschreven boekje, uitstekend vertaald en voorzien van verhelderend redactioneel commentaar. Volgens sommigen geeft dit bescheiden boekje een beter inzicht in het belangrijke werk van Rudolf Otto dan zijn wereldberoemde Das Heilige, dat al zo'n kleine 100 jaar niet alleen het best verkochte wetenschappelijke boek inzake religie is (zelfs boven Karen Armstrong, die zijn werk 'klassiek' en 'onovertroffen' vindt) maar ook het meest geciteerde. Otto's denken is de grondslag, het alfa & omega van religie-studie zoals Darwin dat is voor de biologie en Einstein voor de fysica. Otto gaat de dialoog niet uit de weg, integendeel. Hij gaat bijvoorbeeld een kritisch gesprek aan met de oudere William James. Hij doet dat inlevend maar zijn eigen ethische en religieuze standpunten zijn zo sterk uit ervaring voortgekomen dat James ietwat mismoedig moet constateren dat de rechtstreekse ervaringen, die op zijn vader een levensbepalende en richtinggevende leidraad waren geweest, er voor de zoon niet in zaten. Rudolf Otto, de invloedrijkste hoogleraar aan de vanouds liberale Marburgse Universiteit, heeft het moeten afleggen tegen de superieur opererende Martin Heidegger en zijn vooruit geschoven secondant Bultmann. Terwijl Heidegger triomfeerde op de maat van het heersende regime maakte Rudolf Otto zijn laatste voettocht naar de ruïnes van Staufenberg. De dood van zijn vriend en collega Jacobsohn die wat hij voorvoelde niet wou meemaken en de weigering van de instanties om zijn vaderloze zoon in het huishouden van Rudolf Otto en zijn zuster en nichtje te mogen opnemen, het was teveel voor zijn door malaria en chronische depressies geteisterde bestaan. Honderd jaar later is de opvatting dat Rudolf Otto Karl Barth, ondanks diens formidabele schrijfkracht, voorbij is gestreefd omdat fraaie woorden het intellect wel strelen maar geen aansluiting vinden bij de overgrote meerderheid voor wie de beleving telt.
Rudolf Otto is beroemd geworden door zijn boek getiteld Das Heilige, über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen, waarin hij het begrip 'heilig' heeft geanalyseerd op een manier die diepe indruk maakte. Otto is een geleerde met een fijn gevoel voor religieuze kwaliteitsverschillen, maar het is de vraag of de fenomenologie niet meer te danken heeft aan zijn boekje Indiens Gnadenreligion und das Christentum. In de vergelijking van de verschillende typen van mystiek toont Otto zich namelijk een meester. Hier is een waarachtig schouwen van het wezen. Rudolf Otto laat zien, hoe het Voor-Indiase geloof in genade naar de terminologie met het christelijke sterke overeenkomst vertoont, maar naar de godsdienstige houding diep verschilt. Dit is fenomenologisch genuanceerd ontleed. In het voetspoor van Nathan Söderblom en Rudolf Otto beschouwt de moderne godsdienstwetenschap het heilige meer en meer als een van de voornaamste kernwoorden van de religie. Je kan je afvragen of dit het kenmerkende begrip bij uitmuntendheid is. Maar het kan moeilijk worden ontkend, dat zich in dit heilige het onherleidbare karakter van de godsdienst openbaart.