Samenvatting
Maar op de plek waar ik, na het bombardement, in het veld gelegen had, stond ik stil.
De grond was hard bevroren. Het was helder. En wat was de hemel groots en wonderbaarlijk!
Zoeklichten kruisten elkaar. In de verte witte strepen die breder werden naar de horizon toe.
Dat waren misschien V2’s. In het oosten de eeuwige lichtgloed van het brandende Roergebied. Honderden vliegtuigen bevolkten de lucht, overal klonken ontploffingen, sommige diep-dreunend, andere als uiteenspattende granaten, andere weer alsof glazen tegen een muur aan scherven vlogen. En het greep in elkaar, verstrekte elkaar, botste, echo’de in die enorme hemelkoepel tegen een achtergrond van voortdurend kanongedreun in het zuiden. Vlak boven mijn hoofd kwam een V1 over.
‘Ga verder, ga verder,’ dacht ik. Langzaam peddelde hij door het luchtruim, de staart brandde en het motortje klonk als het spinnen van een kat, alleen sterker. Hij ging in de richting Eindhoven, ik keek hem na tot de vlammende staart niet meer te zien was en het geluid was opgelost in de andere geluiden. Ook over haar zou hij vliegen, maar ze zou niet bang zijn, hij zou haar niet zoeken, haar met rust laten, ze lag natuurlijk al in bed en dacht aan mij, Victor!
Een beeld van de Eindhovense hemel in december 1944.
Hoewel het boek zich afspeelt in de periode maart 1944 tot juli 1945, is het Eindhoven ‘44 genoemd, omdat 1944 het meest cruciale jaar was dat de stad ooit heeft meegemaakt.
Erik Lotichius (1929) bracht zijn jeugd door in en rond Eindhoven. Hij zat daar op het Lorentz-Lyceum, deed eindexamen en ging naar Amsterdam om muziek te studeren.
Daar heeft hij het grootste deel van zijn leven gewoond, was er verbonden aan het Conservatorium, werkte er als componist en pianist in eigen ensembles. Hij componeerde muziek in alle genres.
Soms wisselde hij het schrijven van noten af door het schrijven van letters. Zo ontstond een kinderboek, Roos, dat door Meulenhoff werd uitgegeven, en verschenen er verhalen van zijn hand in literaire tijdschriften als Bzzlletin, Maatstaf en De tweede Ronde. Toen hij enkele jaren geleden een fatale val op de Markt in Eindhoven maakte (waarbij een vriendelijk ouder echtpaar hem
opraapte en tegen een lantaarnpaal zette en twee behulpzame studentes de GGD verwittigden)
werd hij in het gastvrije Catharina-Ziekenhuis opgenomen - juist in de dagen dat Eindhoven de 58ste verjaardag van zijn bevrijding vierde. Het was even stralend weer als destijds en het idee kwam in hem op om, voor de 60ste verjaardag van die bevrijding zijn kleine geschiedenis van die tijd tot een roman te verwerken. Daarvan is dit boek het resultaat en hij hoopt dat veel Eindhovenaren er plezier aan
zullen beleven.