Inhoudsopgave
“Een kaartje uit Helsinki”, vertelt het levensverhaal en de lotgevallen van Harm de Geeter en diens vriend Freek Jalving in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Beide jongemannen, geboren in 1913, zijn boezemvrienden en zijn tijdens hun jeugd onafscheidelijk. Hun levens beginnen uiteen te lopen als Freek moet opkomen voor zijn nummer. Als “marconist” bij de Koninklijke Marine tekent hij een contract voor vier jaren. Het grootste deel van zijn diensttijd brengt hij in Nederlands-Indië door. Na zijn marinetijd keert hij terug naar Indië. Als in mei 1940 de oorlog uitbreekt, is hij verplicht weer te gaan varen en komt terecht op een groot koopvaardijschip waarop beslag is gelegd in Makassar, Celebes. Het schip vertrekt richting Europa. Ondanks een brand aan boord en de dreiging van Duitse onderzeeërs weet het in januari 1941 Engeland te bereiken. Geladen met schroot, als onderdeel van een groot konvooi gaat de Mangkai in maart 1941 richting Hampton Roads, Virginia, USA. Het konvooi wordt echter overvallen door Duitse slagschepen, die o.a. de Mangkai, de grond inboren. Er worden wel opvarenden gered, maar Freek Jalving is daar niet bij. Hij staat vermeld op de “Erelijst gevallenen”, die sinds mei 1960 in de hal van de Tweede Kamer ligt. Opvallend genoeg kom je zijn naam in de oorlogsgeschiedschrijving van Assen nergens tegen.
Harm de Geeter werkt bij de Belastingdienst (Domeinen en Registratie) in Roden. Daar is hij in de kost bij een jonge joodse weduwe met een zoontje van elf. Na begin 1941 zijn vriend te hebben verloren, overkomt hem een tweede verschrikkelijke gebeurtenis. In het najaar van 1942 ziet hij hoe zijn kostjuffrouw, haar zoontje en inwonende moeder worden opgepakt. Ze worden naar Westerbork afgevoerd en later in Auschwitz vermoord. Alsof dat niet genoeg is eindigt in 1943 – Harm is net in ondertrouw gegaan - abrupt zijn relatie met de Groningse Agnes. Hem was gebleken dat zij het contact met de bezetter niet schuwde.