Samenvatting
In Een boer achter een raam, het vierde deel van zijn memoires, beschrijft journalist Igor Cornelissen, met groot gevoel voor anekdotiek, de boeiende en zonderlinge figuren die zijn levenspad kruisten. Hij zoekt naar de maîtresse van minister-president Colijn, jaagt in Engeland op bijzondere boeken en komt op het spoor van de geheime relatie tussen columnisten Renate Rubinstein en Simon Carmiggelt. Zijn reislust brengt hem naar Londen en Parijs en naar Praag en Boedapest, wat prachtige verhalen oplevert. Ondertussen danst hij met een ten dode opgeschreven cineast Jan Vrijman, volgt hij het spoor van Franz Kafka in Mariënbad, bezoekt hij de ouders van filmmaker Theo van Gogh en schrijft hij een lijkrede voor een hem onbekende kanariekweker. Door dat alles heen beschrijft hij het tragische lot van Erich Passmann, een Duitse Jood die in 1933 naar Nederland vluchtte en met Cornelissens tante trouwde. De pers over Igor Cornelissens memoires: ‘Aanstekelijk proza: invoelend en humoristisch-afstandelijk tegelijk.’ – NRC Handelsblad ‘Schitterende autobiografie.’ – De Morgen ‘Levenslust, humor en hartstocht tekenen de belevenissen waarvan Cornelissen verhaalt.’ – Nederlands Dagblad ‘Nationale instituten als Igor Cornelissen zouden eigenlijk gekloond moeten worden.’ – De Groene Amsterdammer