Samenvatting
Parijs, 1870. De stad wordt belegerd door de Pruisen, maar Lisette Vigneau krijgt er weinig van mee in het luxe herenhuis van haar ouders. Tot ze een jonge revolutionair, Théodore Fournier, tegenkomt. Voor hem laat ze haar gouden kooi achter. Maar kan ze bij haar voornemens blijven als haar geliefden in gevaar komen?
Parijs, 1946. De 19-jarige Micheline Chartier probeert na de oorlog voor haar twee zusjes te zorgen, aangezien ze beide ouders verloren zijn. Als de huurders van het restaurant onder hun flat vertrekken, verliest ze daarmee ook hun enige bron van inkomsten. Tenzij ze de lang gekoesterde droom van haar ouders waarmaakt en een bakkerij begint in die ruimte – maar dan moet ze wel haar eigen dromen opgeven…