Samenvatting
Door de Grebbelinie naar het eeuwige leven Ook dit boek heeft Jozef Rulof mediamiek ontvangen. Hij schrijft in het voorwoord: De intelligentie, die het mij doorgaf, werd door mijn leider Alcar tot mij gebracht. Deze stond hem toe over zijn leven, over zijn sterven op het slagveld tijdens de meidagen van 1940 en over zijn binnentreden in de geestelijke wereld te vertellen. Moge ook dit boek helpen u van uw eeuwig leven te overtuigen. De geestelijke schrijver die in zijn aardse leven Theo heette, is als soldaat gesneuveld in de loopgraven van de Grebbelinie in de Tweede Wereldoorlog. In het boek onderzoekt de schrijver de redenen die mensen aanvoeren om oorlog te voeren. Het Gij zult niet doden van Mozes wordt in het licht van de geestelijke wetenschap gehouden en tegenover de wettige zelfverdediging afgewogen. Zijn er situaties waarin je mag doden? Zijn er rechtvaardigheidsgronden te vinden om die kogel af te vuren? Moet je alles laten gebeuren, of mag je terugvechten? Is een gewapend optreden geestelijk geoorloofd? Moet je strijden voor je vaderland? Is het voorbeeld van Christus op Golgotha alleszeggend, of zijn er maars te bekennen? Vragen die Theo zich tijdens en na zijn aardse leven stelde, en waar hij in het geestelijke leven een afdoend antwoord op gevonden heeft. Theo kwam tijdens zijn aardse leven al in conflict met zijn eigen handelingen. Als beroepsmilitair trainde hij andere soldaten om met wapens om te gaan, terwijl zijn geweten hem influisterde dat je nooit mag doden. Na zijn dood kwam hij erachter waarom hij eigenlijk militair was geworden, en dat de granaat die hem uit zijn lichaam slingerde geen toeval was. Dat zijn eigen leven die granaat in zekere zin had opgezocht. Hij kwam daar tot de onthutsende ontdekking dat er in zijn eigen gevoelsleven nog iemand anders leefde. Iemand die net zo eigen aanvoelde als zijn normale persoonlijkheid. Nader onderzoek leerde hem dat zijn eigen vorig leven als persoonlijkheid zichzelf liet voelen. Die persoonlijkheid was gebiologeerd door de vraag wat er met de ziel gebeurt als zij met een schok uit het lichaam geslingerd wordt. Deze vraag zette zich volkomen vast in zijn gevoelsleven, en hij kon er niet meer van los komen. Hij moest en zou hierop het antwoord hebben, want anders kon zijn ziel geen rust meer vinden. Zo wijst het boek ons op de grote verantwoordelijkheid van datgene waar we ons gevoel op richten. Wij zijn de scheppers van onze eigen toekomst, meer dan we ons als mens realiseren, omdat de oorzaken van onze huidige levenssituatie dikwijls in vorige levens verborgen ligt. Naast de wet van oorzaak en gevolg en reïncarnatie beschrijft Theo ook zijn eigen ervaringen op het gebied van spiritisme, geloof, huwelijk en partnerkeuze, universele liefde en tweelingzielen. Zowel tijdens zijn leven op aarde als in het leven na de dood wordt Theo geholpen door zijn vader met wie hij een warme vriendschappelijke band had. Op aarde was zijn vader zijn beschermengel, in het geestelijke leven is hij zijn leider, die hem de weg wijst naar de hogere lichtsferen. Theo beschrijft in het boek hoe het zien van de innige liefde tussen zijn vader en diens tweelingziel voor hem de grootste stuwing betekende om zich een hogere liefde eigen te maken. Door de Grebbelinie naar het eeuwige leven is een goed toegankelijk boek, ook als kennismaking met de reeks. De schrijver staat nog dicht bij ons aards voelen en denken, en is heel herkenbaar als mens op zoek naar het hogere.